Acm.nl gebruikt cookies om het gebruik van de website te analyseren en het gebruikersgemak te verbeteren. Lees meer over cookies

Spreekpunten Henk Don bij rondetafelgesprek over de zorgsector

Op 17 april 2015 had Henk Don, bestuurslid bij de Autoriteit Consument & Markt (ACM), in de Tweede Kamer spreekpunten tijdens het rondetafelgesprek ‘kwaliteit loont’ over de zorgsector. 

Spreekpunten Henk Don bij rondetafelgesprek ‘kwaliteit loont’ in de Tweede Kamer op 17 april 2015

Het kabinet heeft in zijn brief “kwaliteit loont” het belang van een gezond evenwicht in de zorgsector benadrukt. Het zorgstelsel heeft tot doel de concurrentie in de zorg te bevorderen.

Concurrentie moet er toe leiden dat de zorg doelmatiger wordt waarbij kwalitatief goede zorg tegen een zo laag mogelijke prijs wordt geleverd.

Tegelijk wordt door regulering de solidariteit (bijv. geen risicoselectie) en toegankelijkheid bijv. (spoedeisende hulp) van de zorg gegarandeerd.

Ik zal mijn bijdrage ingaan op die voorstellen van het kabinet die raken aan het werk van ACM – vandaag en in de toekomst. Het kabinet heeft immers het voornemen de zorgspecifieke fusietoets en het instrumentarium van aanmerkelijke marktmacht over te hevelen van de NZa naar ACM

Concurrentie in de zorg

Het kabinet wil het markttoezicht in de zorg intensiveren.

Uit de evaluatie van de Zorgverzekeringswet zou blijken dat 2elijnszorgaanbieders (ziekenhuizen, GGZ-instellingen) een veel sterkere positie hebben dan de zorgverzekeraar, waardoor het risico bestaat dat kwaliteit van zorg en doelmatigheid achter blijven.

Tegelijk is in de evaluatie geconstateerd dat zorgverzekeraars tegenover 1elijnszorgaanbieders juist een zeer sterke positie hebben. Dit beeld werd de afgelopen maanden versterkt door de klachten van zorgaanbieders om te ‘tekenen bij het kruisje’.

Mijn boodschap vandaag is dat wanneer de politiek intensiever toezicht nodig acht onze verwachting is dat alleen een overheveling van taken van NZa naar ACM daar geen bijdrage aan gaat leveren.

Wanneer in de toekomst te hanteren normen blijven aansluiten bij mededingingsregels, is er een gerede kans dat, bij ongewijzigde marktomstandigheden, de invulling en uitkomsten van het toezicht niet zullen voldoen aan de verwachtingen die de politiek of de samenleving hierbij heeft.

Feit is dat zorgaanbieders kunnen groeien in omvang, of zorgverleners kunnen worden beperkt in hun ruimte om hun eigen koers te bepalen, zonder dat hier mededingingsrechtelijk een probleem ontstaat.

Uit de uitvoeringspraktijk van zowel ACM als NZa volgt dat er in de zorgsector vanuit mededingingsoptiek maar in een beperkt aantal gevallen een aantoonbare noodzaak (marktmacht) is geweest tot ingrijpen.

Waar dit ongewenst wordt geacht, dient de wetgever, naast het toetsingskader uit de mededingingswet, te voorzien in specifiekere normstelling. Dit zou kunnen door nadere invulling te geven aan de publieke belangen die het zorgstelsel beoogt te beschermen.

Hierbij denk ik vooral aan het specifieke fusietoezicht. Het kabinet spreekt in zijn brief ook over het aanpakken van ‘fusiedrift’.

Fusies

ACM heeft in haar toezichtspraktijk rond de tweehonderd fusiemeldingen in de zorg getoetst. In rond de twintig zaken heeft dat tot optreden van ACM geleid.

Eenmaal heeft ACM een fusie verboden tussen zorgaanbieders (zorggroep Noord West Veluwe en het Baken). In één geval heeft ACM een prijsplafond (plus kwaliteitsremedies) opgelegd (Zeeuwse Ziekenhuizen); ook in een aantal andere gevallen zijn remedies opgelegd aan de te fuseren partijen. Daarnaast is een aantal fusies ingetrokken nadat ACM bezwaren tegen de fusie bekend had gemaakt.

Overigens heeft ACM en eerder NMa in haar bestaan in totaliteit voor de hele Nederlandse economie slechts een handvol fusies verboden. In andere landen is het beeld gelijksoortig. Veel fusievoornemens die op gespannen voet staan met de mededingingswet, worden al voor melding bij de autoriteiten afgeblazen na weging van juridisch/economische adviezen.

In vergelijking met andere sectoren komt in de zorgsector een relatief groot aantal concentraties niet of gewijzigd tot stand vanwege een interventie door ACM.

Wanneer de te hanteren normen niet wijzigen lijkt het aannemelijk dat, bij ongewijzigde marktomstandigheden, de praktijk van het fusietoezicht ook niet wezenlijk verandert.

Wanneer een wezenlijke verandering wel wenselijk wordt geacht, dient de wetgever, naast het toetsingskader uit de mededingingswet, mijns inziens te voorzien in specifiekere normstelling. Ik zou er overigens niet voor pleiten deze in generieke mededingingsregels op te nemen. Maar, vanwege het specifieke belang dat hier kennelijk wordt gevoeld, in zorgspecifieke regels.

Zo zou bijvoorbeeld bij de zorgspecifieke fusietoets nadere invulling kunnen worden gegeven aan de bereikbaarheid van de zorg door nadere regels te stellen over maximale reistijd of minimum aantal beschikbare alternatieven in het zorgaanbod. Dit zijn slechts voorbeelden.

Onderzocht zou moeten worden welke normstelling passend is waarbij de balans van toegankelijkheid, betaalbaarheid en kwaliteit niet uit het oog wordt verloren. Ik heb ter vergelijking in mijn schriftelijke bijdrage gewezen op de toets die in het onderwijs bestaat.

Gerichte normen kunnen er aan bijdragen dat de inrichting van het zorglandschap aansluit bij de maatschappelijke verwachtingen. De normstelling dient onderdeel te zijn van de toets(en) die de toezichthouder kan uitvoeren.

Zie ook