Europese Commissie gaat overname Figma door Adobe onderzoeken

De Europese Commissie gaat de overname van Figma door Adobe onderzoeken. Verschillende Europese mededingingsautoriteiten ondersteunen het verzoek van de Oostenrijkse autoriteit aan de Europese Commissie om deze overname te onderzoeken.

Het hoofdproduct van Figma is een web-applicatie voor interactive product design. Daarmee kunnen ontwerpers samen makkelijker interactieve digitale producten maken, zoals software toepassingen en websites. Adobe is een wereldwijde softwareleverancier, bekend van bijvoorbeeld Acrobat Reader en Photoshop. Ook Adobe biedt een programma voor interactive product design. De Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft zorgen dat deze overname slecht is voor de concurrentie en kan leiden tot hogere prijzen, slechtere kwaliteit of minder innovatie in Nederland en de Europese Unie. Door de overname verdwijnt er een belangrijke concurrent van Adobe van de markt.

Martijn Snoep, bestuursvoorzitter van de ACM: “Figma is een innovatieve onderneming die een online samenwerkingsplatform biedt voor productontwerp van bijvoorbeeld software toepassingen. Als er na de overname te weinig concurrentie overblijft bestaat het risico dat innovatie wordt gesmoord. Daarom zijn we blij dat de Europese Commissie mede op verzoek van de ACM naar deze overname gaat kijken.”

Waarom is deze zaak belangrijk?

Hoewel er meer partijen zijn die programma’s voor interactive product design aanbieden speelt het product van Figma een belangrijke rol in de markt. Daarbij is niet alleen de omzet van Figma relevant, maar ook het aantal gebruikers. Figma biedt namelijk ook een gratis versie van haar programma aan dat veel wordt gebruikt. Er zijn zorgen dat met de overname een belangrijke concurrentiekracht van de markt verdwijnt. Daarnaast bestaat er een risico dat Adobe na de overname mogelijk het product van Figma koppelt aan verkoop van haar eigen producten.

De ACM heeft de digitale economie hoog op de agenda staan en is daarom extra alert op concurrentierisico’s in digitale markten. De ACM ziet in de digitale economie vaker dat grote bedrijven kleinere, vaak innovatieve bedrijven opkopen. Zo kan een groot bedrijf bijvoorbeeld sneller innovatieve producten maken en op de markt brengen. Maar er zijn ook risico’s. Zo kan ook toekomstige concurrentie worden weggenomen. Een groot bedrijf kan dan makkelijker prijzen opdrijven of de kwaliteit verminderen. Het kan ook slecht zijn voor de innovatie. Nieuwe ontwikkelingen die de kleinere bedrijven aanjagen, komen door deze overnames mogelijk niet of pas later tot stand. De ACM vindt het belangrijk dat bij deze overname gekeken wordt naar een goed werkende markt voor mensen en bedrijven, nu en in de toekomst.

Waarom gaat de Europese Commissie deze zaak onderzoeken?

Niet elke fusie of overname hoeft gemeld te worden bij een toezichthouder op de mededinging. Alleen als de fuserende bedrijven bepaalde omzetdrempels halen, moeten de bedrijven hun fusie of overname melden voordat ze hem kunnen uitvoeren. De omzetdrempels van de ACM en van de Europese Commissie worden in dit geval niet gehaald. De meldingsdrempels werden wel gehaald in Oostenrijk en in Duitsland. Daar is de voorgenomen overname gemeld bij de mededingingsautoriteiten. De Oostenrijkse autoriteiten hebben vervolgens besloten de Europese Commissie te verzoeken om de overname te onderzoeken. De Duitse autoriteit heeft zich net als de ACM bij dat verzoek aangesloten. Daardoor worden ook de gevolgen van de overname op de Nederlandse markt onderzocht. Ook in landen buiten de EU wordt gekeken naar deze overname.