Uitspraak CBb tarieven Schiphol 2022-2024
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) bevestigt het oordeel van de ACM over de luchthaventarieven van Schiphol voor de jaren 2022-2024. In die tarieven heeft Schiphol onder meer haar coronaverliezen over het jaar 2020 verrekend. De ACM oordeelde dat Schiphol dit mocht doen. Het CBb volgt de ACM hierin.
Wat is er aan de hand?
Verschillende luchtvaartmaatschappijen en belangenorganisaties dienden bij de ACM klachten in over de tarieven van Schiphol voor de jaren 2022-2024. Die tarieven zouden namelijk flink stijgen in vergelijking met de vorige tariefperiode, en dat zou volgens hen in strijd zijn met de Wet luchtvaart.
Uit het onderzoek van de ACM bleek dat de belangrijkste oorzaak hiervan was dat Schiphol in haar tarieven de verliezen had verrekend die zij in het jaar 2020 had geleden als gevolg van de coronacrisis. Omdat er in 2020 veel minder vluchten en passagiers waren, waren de opbrengsten van Schiphol in dat jaar veel lager dan verwacht. Om die gemiste opbrengsten te compenseren, verhoogde Schiphol haar tarieven voor de jaren 2022-2024.
De ACM oordeelde dat Schiphol dit mocht doen. De verrekeningen die Schiphol doorvoerde, waren ter compensatie van de door haar gemaakte kosten. De Wet luchtvaart beperkt de winsten die Schiphol mag behalen. Daar staat tegenover dat Schiphol in slechte tijden niet de financiële risico’s hoeft te dragen van schommelingen in de verkeers- en vervoersaantallen. Op grond van de Wet luchtvaart mocht Schiphol daarom de verliezen als gevolg van de coronacrisis verrekenen in haar tarieven volgens de ACM.
Ook voerde de ACM een benchmarkonderzoek uit, waaruit bleek dat de tarieven van Schiphol niet buitensporig hoog zijn in vergelijking met andere luchthavens. Al met al was er daarom geen reden te oordelen dat bepaalde tarieven van Schiphol onredelijk zijn.
Wat oordeelt het CBb?
Het CBb volgt de ACM in deze beoordeling. Het besluit van de ACM blijft dus in stand.
Het CBb overweegt dat de tariefstijgingen zeer aanzienlijk zijn. Toch is er geen sprake van tarieven die niet redelijk zijn in de zin van de Wet luchtvaart. Het begrip ‘redelijk’ heeft in de Wet luchtvaart een specifieke betekenis. Het moet worden uitgelegd tegen de achtergrond van de doelstelling van de norm en dat is het voorkomen dat Schiphol misbruik van zijn economische machtspositie maakt. Schiphol moet er in dit kader voor zorgen dat haar tarieven op kosten gebaseerd zijn. Aan die eis heeft zij voldaan. Ook het benchmarkonderzoek liet zien dat de tarieven niet buitensporig hoog zijn in vergelijking met andere luchthavens.
Tot slot zijn volgens het CBb de klachten van de luchtvaartmaatschappijen over enkele andere onderwerpen, waaronder de voorafgaande consultatie van de tarieven door Schiphol, terecht ongegrond verklaard door de ACM.
Deze uitspraak is onherroepelijk.
Lees de uitspraak van het CBb op rechtspraak.nl: Schiphol mag coronaverliezen verrekenen (rechtspraak.nl)