Acm.nl gebruikt cookies om het gebruik van de website te analyseren en het gebruikersgemak te verbeteren. Lees meer over cookies

Rechtbank: Geen bevoordeling DVI, want subsidies zijn marktconform

Dutch Venture Initiative (DVI) zijn overheidsfondsen die via andere fondsen investeren in innovatieve startups. Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) kan het beleid bepalen van DVI, waardoor DVI een overheidsbedrijf is. Daarom is EZK aan de gedragsregels van de Wet Markt & Overheid (Wet M&O) gebonden. Deze gedragsregels beogen een gelijk speelveld te waarborgen tussen enerzijds overheden en overheidsbedrijven en anderzijds private ondernemingen.

De ACM heeft op 21 december 2021 geoordeeld dat EZK de Wet M&O heeft overtreden. EZK heeft namelijk investeerders geïnteresseerd om te beleggen in DVI. Dit is bevoordeling van een overheidsbedrijf door een overheid. Tegen dit oordeel is geen beroep ingesteld.

Een aantal andere klachten over andere vormen van bevoordeling en functievermenging heeft de ACM afgewezen. Naast het interesseren van investeerders voor DVI, 1) zou EZK DVI hebben bevoordeeld door middel van selectieve subsidieverstrekking, 2) zou EZK een te hoge vergoeding voor het beheren van DVI aan Oost NL geven, 3) zou EZK niet-marktconforme vrijwaringen hebben gegeven aan aandeelhouders van Oost NL en 4) zou EZK betrokken zijn bij de economische activiteiten van DVI. Daarvan is volgens de ACM geen sprake.

Uitspraak rechtbank

De rechtbank Rotterdam heeft in beroep op 8 februari 2023 uitspraak gedaan.

De rechtbank bevestigt dat EZK haar overheidsbedrijf Oost NL niet heeft bevoordeeld, omdat de beheersvergoeding en vrijwaring van een aandeelhouder van Oost NL marktconform is. Ook is EZK niet betrokken geweest bij de activiteiten van de DVI fondsen en is er geen sprake van functievermenging.

De rechtbank is van oordeel dat de ACM onzorgvuldig handelde door vast te stellen dat de subsidies niet selectief waren. Daarom vernietigt de rechtbank dit onderdeel van het besluit Het is volgens de rechtbank namelijk niet aannemelijk dat andere marktpartijen onder gelijke voorwaarden aanspraak konden maken op vergelijkbare subsidies. Toch laat de rechtbank de rechtsgevolgen in stand. Volgens de rechtbank is namelijk geen sprake van bevoordeling, omdat de subsidies in de vorm van leningen marktconform zijn. Zij merkt daarbij op dat de Europese Commissie dit al eerder heeft vastgesteld.

Met deze uitspraak maakt de rechtbank vooral duidelijk hoe het bevoordelingsverbod moet worden toegepast op subsidies. Het moet voor iedereen duidelijk zijn op grond van welke regeling een subsidie wordt verstrekt aan een overheidsbedrijf. Die regeling mag er vervolgens niet op neerkomen dat andere partijen niet in aanmerking komen voor een vergelijkbare subsidie.

Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open.

Lees de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op rechtspraak.nl:

Zie ook